Rasstandaard/ beschrijving Noorse Buhund (Norsk Buhund)

Land van herkomst: NOORWEGEN

Groepsindeling volgens de FCI:
Rasgroep 5: Spitsen en Oertypen -  sectie 3: Noordse waak- en herdershonden

Algeheel beeld: 
De Noorse Buhund is een typische spitshond, iets minder dan middelgroot, licht gebouwd, met een kort compact lichaam, tamelijk glad aanliggende vacht, rechtopstaande spitse oren, en een gekrulde, over de rug gedragen staart. Het karakter is moedig en energiek.

Hoofd: 
Grootte van het hoofd in verhouding met het lichaam, wigvormig, droog en niet te zwaar. Bijna vlakke schedel, met duidelijke, maar lichte stop. De snuit is tamelijk kort en geleidelijk toelopend naar de neus, welke zwart is. De neusrug is recht, de lippen strak aangesloten. Het hoofd van de reu en teef moeten duidelijk te onderscheiden zijn.

Ogen:         
Zo donker mogelijk, overeenstemmend met de vachtkleur.

Oren:          
Spits, grootte en vorm overeenstemmend met het hoofd, de hoogte iets groter dan de breedte aan de basis, stijf rechtop gedragen.

Gebit:          
Schaargebit.

Nek:              
Droog, betrekkelijk kort, goed gedragen.

Voorhand:    
Matig gehoekte schouder, overeenstemmend met het type. Goed geplaatste ellebogen. De benen zijn recht, droog met goed bot, niet te zwaar, alhoewel hieraan de voorkeur gegeven wordt boven te fijne botconstructie. De voeten zijn ovaal gevormd en goed gesloten.

Lichaam:      
Diepe borst met goed gewelfde ribben. Sterke rug en lendenen. Niet of nauwelijks aflopend kruis, harmoniërend met het type. Lengte van het lichaam moet gelijk zijn aan de schofthoogte (vierkant).

Achterhand: 
Matig gehoekt, krachtig, goede bespiering en goed bot. Ovale, goed gesloten voeten. Hubertusklauwen worden beschouwd als fout.

Staart:
Goed behaard, hoog aangezet, vast gekruld over de rug gedragen. Uitgestrekt tot volle lengte moet de staart tot aan de hak reiken.

Vacht:
Bovenvacht is dik, vol en stug, maar tamelijk glad aanliggend. Ondervacht is zacht, zeer dicht en wollig. Aan hoofd en voorkant van de benen betrekkelijk kort, aan hals en borst wat langer.

Stem:
Hoge toon, snel en doordringend.

Kleur:
Tarwe: variërend van licht naar geelachtig rood, met en zonder donkere haarpunten. Een  masker is
    toegestaan, maar verder moet de hond éénkleurig zijn.
 • Zwart: bij voorkeur geheel zwart, maar een witte bles, benevens witte aftekeningen aan borst, hals en 
    voeten is toegestaan. De witte aftekeningen mogen het totaalbeeld niet verstoren. Het zwart mag geen
    bruine gloed hebben.

Hoogte:
Schofthoogte reuen 43-47 cm, teven 41-45 cm.

Gewicht:
Afhankelijk van de hoogte van de hond: reuen circa 14-18 kg, teven circa 12-16 kg.

Fouten:
Te licht of te zwaar. Enig teken van nervositeit. Leverkleurige of roze neus. Lichte ogen, slappe oren of hangoren. Anders dan schaargebit. Los gekrulde staart, golvende of te lange vacht. Andere kleuren dan hiervoor omschreven.

Toevoeging op de standaard:
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als fout worden beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet.

Opmerking:
De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
... 

 
RocketTheme Joomla Templates